Boris zet moedige stappen! 

Bella, het konijn, werd op een ochtend wakker van een geluid dat ze niet herkende. Een vreemd geritsel “krrrr krrr” klonk vlak bij haar zachte flapoor. Heel langzaam, om het geluid niet te verstoren, deed ze één oog open en zag daar een inieminie zwart harig pootje. Ze schrok en sprong met een grote boog op het grote houtblok naast haar strooien bedje. Vanaf hier had ze goed zicht en speurde ze naar het wezentje dat haar fijne huisje was binnengedrongen en haar rust had verstoord. Ze bleef zo stil mogelijk zitten en speurde en speurde. En daar, vlakbij waar ze net nog lekker lag te slapen, zag ze het wezentje zitten. De kleine indringer was helemaal zwart, had acht pootjes en haartjes over zijn hele lijfje, en trilde van top tot teen. Beiden bleven een tijdje zo zitten, totdat Bella iets durfde te zeggen. 

“Hallo, wie ben jij?” vroeg ze, en vlak daarna: “Wat doe je hier in mijn huisje?” 

“Hhh...alll...oooo, i…k bbben Bboris,” zei Boris met een trillende stem. “Ik ben verdwaald,” zei hij verdrietig, en de tranen sprongen in zijn kleine zwarte kraaloogjes. Bella, die direct medelijden kreeg met het kleine ventje, sprong van haar veilige hoge blok af en ging naast Boris zitten. “Oh, wat vervelend voor je. Vertel eens hoe dit zo is gekomen,” zei ze met haar allerliefste stem om hem gerust te stellen. 

Boris, het kleine zwarte spinnetje, voelde zich veilig bij Bella en begon met vertellen. 

“Ik was thuis aan het spelen, en mijn vriendjes wilden in het bos gaan spelen. Eigenlijk wilde ik niet, omdat ik de weg naar huis nog niet goed ken. Maar dat durfde ik niet te zeggen, dus ging ik mee.” 


Hij ging verder met zijn verhaal: 

“We gingen verstoppertje spelen. Iedereen rende weg, alles ging heel vlug, en ik bleef alleen achter. Niemand kwam terug. Ik ben toen gaan lopen en bleef doorlopen. Ik kwam een paar ganzen tegen, maar durfde de weg niet te vragen, dus bleef ik doorlopen.” 

“En toen ik later op de weg twee ezels tegenkwam, vond ik het spannend. En durfde ze niet aan te spreken, dus liep ik door.” 

“En toen ik daarna twee kipjes zag spelen, kon ik de moed niet vinden om ze om hulp te vragen, en liep weer verder.” 

“En toen het donker werd, zocht ik een warm plekje om te slapen. Zo kwam ik bij jouw huisje uit. Ik zag niemand, dus durfde ik er wel te slapen. En nu zit ik hier en ik wil naar huis,” zei Boris met een sip snoetje. 


“Oei,” zei Bella, “wat ontzettend vervelend voor je. Maar ik ga je helpen,” zei Bella snel, want ze wilde haar nieuwe kleine vriendje niet aan zijn lot overlaten. “Als hij niet van zijn angst afkomt, dan gebeurt dit steeds opnieuw,” dacht Bella. 

Bella fluisterde iets in Boris zijn oor en samen gingen ze op pad. 


“Snappie, Snappie!” riep Bella vrolijk, “heb je even tijd voor mijn nieuwe vriendje?” 

“Ha, die Bella,” zei Snappie enthousiast toen ze opkeek en de twee aan zag komen lopen. “Ik heb altijd tijd voor jou, lieve Bella. Vertel, wat kan ik doen voor jullie?” 

Omdat Boris het spannend vond om vreemden aan te spreken, vertelde Bella het hele verhaal. Ze sloot het af met: “...en omdat Boris het spannend vindt om te zeggen wat hij voelt en om hulp te vragen, is hij verder en verder van huis geraakt. Nu dacht ik... nou ja, ik zou het fijn vinden als je hem kan helpen om van zijn angst af te komen.” 

Snappie dacht even na. Ze herkende dit probleem heel goed; meerdere jonge dieren hadden haar om hulp gevraagd tijdens haar werk als coachpony. “Ik ga jou helpen, Boris,” zei ze. “Laten we gelijk aan de slag gaan.” 

Samen gingen ze naar de stal van Snappie en voerden een gesprekje over wat angst precies is. “Angstgevoel hoort bij het leven,” zei Snappie. “Angst beschermt jou tegen gevaarlijke situaties. Bijvoorbeeld een vogel die jou als lekker hapje ziet. Door de angst worden jouw acht pootjes aan het werk gezet en kun je snel wegkruipen.” Maar heel vaak zorgt het angstgevoel er ook voor dat je geen nieuwe dingen durft te doen waar je juist zelfvertrouwen van krijgt.  

“Aha, dus angst is niet alleen onplezierig,” zei Boris. “Het helpt mij dus ook?! Dat is wel een fijne gedachte.” Boris dacht ook even terug aan alle momenten waarop hij angst voelde en niets meer durfde, dat waren dus eigenlijk mooie momenten geweest om te leren. 


Snappie snuffelde even aan Boris zijn kleine buikje. “Daar zit spanning vast. Probeer eens heel diep naar jouw buik te ademen en zorg ervoor dat je buikje helemaal rond wordt. En adem dan heel langzaam uit. Hoe voelt dat?” 

“Dat voelt fijn,” zei Boris. “Ik word er zelfs een beetje moe van.” 

“Dat is een goed teken,” zei Snappie. “Dat betekent dat je ontspant. Nu krijg je een opdracht mee van mij die je de komende dagen mag gaan oefenen, samen met Bella. Dan kom je vanzelf weer thuis.”  Ze namen vol vertrouwen afscheid van Snappie en gingen op pad. 


Boris voelde zich al een stukje beter; hij was al wat ontspannen geworden van het gesprek met Snappie. Hij zag ineens dat hij al een beetje van zijn angst had overwonnen, want hij had al twee nieuwe dieren durven aanspreken: Bella en Snappie. En ze wilden hem allebei helpen. Wat een fijn gevoel was dat! 


Bella en Boris gingen het avontuur om veilig thuis te komen samen aan. Ze liepen en liepen totdat ze de twee kipjes tegenkwamen, die nog steeds aan het spelen waren. Nu werd het tijd om de opdracht van Snappie uit te voeren. Bella keek Boris aan en zei: “Adem naar je buik zoals Snappie jou heeft geleerd en denk aan het fijne gevoel dat je had nadat je mij en Snappie hebt leren kennen.” 

Boris ademde zijn buikje rond, blies langzaam zijn adem uit en dacht aan het fijne gevoel dat hij had toen hij zich realiseerde dat mensen hem graag hielpen. Hij stapte op de kipjes af en vroeg nog een beetje aarzelend en met bevende stem: “Kunt u mij de weg naar de ezels wijzen?” 

“Uiteraard,” zeiden de kipjes in koor! “Als je de rivier volgt naar het noorden, dan zie je ze vanzelf.” 

Dankbaar knikte Boris en liep samen met Bella verder. De weg langs de rivier was kalm en mooi; het kabbelende water stelde Boris gerust. “Ik denk dat ik dit steeds beter begin te kunnen,” zei Boris met een kleine glimlach. 


Bij de ezels aangekomen, voelde Boris zich opnieuw zenuwachtig en angstig. Bella gaf hem een bemoedigende blik. Boris ademde diep in, voelde zijn buikje rond worden en stapte dapper op de ezels af. “Goedemiddag dames, weet u waar ik de ganzen kan vinden?” vroeg hij met meer zelfvertrouwen. 

De ezels balkten vrolijk en wezen hem de weg: “Volg het pad naar het bos, bij het meertje vind je ze altijd.” Boris bedankte hen vriendelijk en liep verder. 


Bij het bos aangekomen hoorde Boris het vrolijke gekwaak van de ganzen. Dit keer durfde hij zonder aarzeling op hen af te stappen. 

“Hallo ganzen, zouden jullie mij kunnen helpen? Ik ben op zoek naar mijn vriendjes in de speelplek,” zei Boris met een rustige stem, terwijl hij zijn ademhalingstechniek toepaste zoals Snappie hem had geleerd. 

De ganzen stopten met kwaken en keken Boris vriendelijk aan. “Natuurlijk willen we je helpen! De speelplek is niet ver weg. Als je het pad aan de rechterkant van het bos volgt, kom je er vanzelf. Het is vlakbij de grote eikenboom,” antwoordde een van de ganzen. 

“Dank jullie wel!” zei Boris opgewekt. Hij draaide zich om naar Bella, die hem trots aankeek. Samen vervolgden ze hun weg. 


Toen ze bij de grote eikenboom aankwamen, hoorde Boris ineens het geluid van gelach en gepraat. Zijn vriendjes waren daar! Boris voelde zich trots en blij. Hij keek naar Bella en zei: “Ik heb het gedaan! Ik heb mijn angst overwonnen en iedereen om hulp gevraagd.” 

Bella glimlachte. “Dat heb je zeker, Boris. Ik ben zo trots op je!” 


Boris rende naar zijn vriendjes toe en vertelde hen wat er was gebeurd. “Ik was verdwaald, maar Bella en Snappie hebben me geholpen. En ik heb geleerd hoe ik rustig kan blijven en hulp kan vragen als ik dat nodig heb.” 


Zijn vriendjes luisterden aandachtig en waren blij om Boris weer te zien. Ze beloofden hem voortaan beter op te letten en samen te blijven, zodat niemand zich alleen zou voelen. 


Boris keek naar Bella en dacht aan Snappie. Hij voelde zich sterker en moediger dan ooit. Vanaf dat moment wist hij dat hij altijd op zichzelf kon vertrouwen én dat hij niet bang hoefde te zijn om hulp te vragen. 


Bella en Boris namen afscheid van zijn vriendjes en begonnen aan hun terugreis. Toen ze bij Bella’s huisje aankwamen, gaf Boris haar een grote knuffel. “Dank je wel voor alles, Bella. Zonder jou had ik dit niet gekund.” 

“Je hebt het helemaal zelf gedaan, Boris,” zei Bella glimlachend. “Vergeet dat nooit.” 

En met die woorden huppelde Bella tevreden haar huisje in, terwijl Boris vol vertrouwen terugliep naar zijn eigen plekje in het bos. 

 


Opdracht 1 van Snappie voor Boris


Ademoefening: 

Adem rustig 4 tellen in en adem vervolgens 6 tellen uit. Herhaal dit totdat je je rustig voelt. 

Opdracht 2 van Snappie voor Boris

Iemand zelf aanspreken: 

  1. Adem rustig naar je buik.

  2. Denk aan een situatie waarin het je al eerder is gelukt om iemand aan te spreken.

  3. Denk aan de positieve reactie die je toen kreeg.

  4. Bedenk van tevoren wat je wil vragen.

  5. Kies het juiste moment en oefen door je vraag te stellen.

  6. En? Hoe was dit voor je?

Meer weten?

Kan jouw zoon of dochter ook wel wat zelfvertrouwen gebruiken? Wil jij weten wat Snappie hierin kan betekenen? Neem dan contact op en ik leg je graag uit hoe paardencoaching kan helpen!